Studentencorps

X: Ben er rond 18.30 Pap, moet eerst nog langs xxx om gala jurk te passen haha. Voor het lustrum bal

X: De inauguratie voor mijn dispuut is komend weekend

Ik: Hoe heet die studentenvereniging van je ook al weer?

X: Xxxxxxx Xxxxxx

Ik: Oh ja

X: En dispuut X.x.x.x.x.x.x.

Ik: Ik voel n column aankomen…

X: Haha

X: Ik heb wel geheimhoudingsplicht he

X: Dus je kan niet over veel dingen uit de school klappen

Ik: Haha. Tell me more!!

X: Haha nee moet wel even inzien voor je het erop zet

X: Ben namelijk iets te open over wat er allemaal gebeurd dat mag absoluut niet

Daar zit je dan. Te appen met je dochter. Aspirant dispuut lid. Anderhalf jaar geleden, bij het begin van haar studie maakte ze tijdens de introductie kennis met de studentenvereniging Xxxxxxx Xxxxxx. Tot afgrijzen van haar ouders, die hard aan het werk moesten om de weerzin te verbergen. ‘Ik weet dat het stom is,’ zei ze, terwijl wij een blik wierpen op de kut-lul-neuken teksten in het liedjesboek, ‘maar het heeft wèl wat.’

Ik denk terug aan mijn ervaringen met het studentencorps. Het zijn er bar weinig. Een lidmaatschap was nicht im Frage. Een ballenclub voor rijkeluiskindjes. Ooit solliciteerde ik op een adviseursfunctie bij een middelgrote Limburgse gemeente. Een gesprek met de burgemeester was het sluitstuk. Ik meldde me bij zijn secretaresse. Een klassiek type; ze had een hoog opgestoken kapsel. Ze vijlde haar nagels net zo lang tot ze die alle tien had afgewerkt, om vervolgens te melden dat ik mocht doorlopen. Doorlopen betekende in dit geval een dubbele deur door naar de burgemeesterskamer. Het deed me het ergste vrezen – als communicatieadviseur – voor de ‘open en transparante sfeer van besturen’ die me in de advertentie was beloofd.

Eenmaal binnen stond de burgemeester bij het raam met de rug naar mij toe. Ik sloot de laatste deur. Terwijl ik naar zijn rug keek en bedacht wat me nu te doen stond, stak hij van wal. ‘Wat zoekt een punk in een Van Gils pak in hemelsnaam in deze wonderschone gemeente? Hij sprak nog steeds met de blik naar buiten gericht, de plek waar de schoorstenen, silo’s en rookpluimen van de DSM fabrieken het aanzicht domineerden. Hij sprak de g’s van deze wonderschone gemeente zacht uit. Vloeibaar. De o’s waren volmaakt rond.

Ik stond als aan de grond genageld. ‘Ik weet niet of dit gesprek nog wel zin heeft,’ of woorden van gelijke strekking moet ik hebben gestameld. De stilte die viel was de gestolde weergave van de vete tussen het rechts conservatieve bolwerk van het studentencorps Carolus Magnus en het links-progressieve poppodium Doornroosje in de studentenstad van ons beide. Hij – Corpslid sans doute – zag in de vermelding van mijn vrijwilligerswerk voor Doornroosje de punk in pak. Hij had het bij het rechte eind.

[12:14, 4-3-2018] X: Ik ben lid!!!!!

[12:15, 4-3-2018] X: Vannacht geïnaugureerd

[12:15, 4-3-2018] X: Mn xxxxxxx speld

[12:27, 4-3-2018] Ik: Trots op je meissie. Al die inspanningen. Doorzettingsvermogen. Poeh poeh. Respect! XXX

[12:33, 4-3-2018] X: Dankje papsiee

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *