‘Loop jij ook mee met de klimaatmars?’ vroeg iemand mij van de week. Eerst dacht ik: Claudia de Breij loopt mee. Prinses Irene. Paul de Leeuw. Bert Visscher, Georgina Verbaan, Thekla Reuten, Dinand Woesthoff, Jim van der Zee. Politici zijn er: Jesse Klaver, Lodewijk Asscher en Rob Jetten. Zeker tien goeie redenen om thuis te blijven. Aan de andere kant: Waarom ook niet? Ik bén het niet eens met het klimaatbeleid van ons kabinet. Terwijl de noodzaak voor verandering alleen maar duidelijker wordt, groeit de scepsis over het klimaat, blijkt uit onderzoek in opdracht van het blad Binnenlands Bestuur. Zowel over kabinetsplannen als over wat je jezelf kunt ondernemen tegen klimaatverandering.
Het is hét dilemma van de huidige tijd. Wat doe jíj eraan en wat vindt je dat anderen hier aan moeten doen? Je huisgenoten, je ouders, je werkgever, de bedrijven en diensten waar je gebruik van maakt? Of – gelet op de komende verkiezingen 20 maart – wat vind je dat je waterschaps-, provincie- of landsbestuur hier aan moeten doen?
Wie zich lang genoeg in het onderwerp verdiept weet: we dragen allemaal ons steentje bij aan de klimaatverandering. Hoogopgeleiden – diegenen die beter zouden moeten weten –dragen daar paradoxaal genoeg nog meer aan bij dan lager opgeleiden. Ze vliegen meer, rijden meer auto, hebben vaker een kachel of open haard, wonen vaker in een huis met een ongunstig energielabel en douchen langer dan lager opgeleiden.
Wat aan die klimaatverandering doen is een deel van mijn werk. Met name mensen bewegen tot duurzamer gedrag. Dat gaat niet vanzelf. Vanuit de gedragspsychologie doemen er zeker drie principes op, die het mij en de groeiende nudgegemeenschap binnen de overheid knap lastig maken.
Het eerste principe is het voldoen aan de sociale norm. We conformeren ons graag aan wat we zien dat anderen doen. En als we Klaas Dijkhoff, voorzitter van de grootste coalitiepartij, zijn schouders zien ophalen over het belang van klimaatbeleid, waarom zou ik me dan druk maken?
Het tweede principe is dat de pijn te verliezen wat je hebt, heftiger ervaren wordt dan het plezier wat je van het alternatief krijgt. Kort samengevat: ’s ochtends lekker lang onder de regendouche, de jaarlijkse vliegvakantie en het broodje hamburger laten zich maar moeilijk vervangen door een zuinige douchebeurt, een fietsvakantie in eigen land en een bietenburger.
Het derde principe is dat ons brein ons graag verleidt tot instant genot. En verstandig zijn met het oog op de toekomst negeert. Er gaapt gewoon een te grote kloof tussen jouw trek nú in een biefstuk en nul komma zoveel zeespiegelstijging over een aantal decennia.
Het was hartverwarmend te zien hoe zondag tienduizenden mensen in Amsterdam kou en regen trotseerden voor een beter klimaat. Maar of het ons klimaat en volgende generaties hier en elders op onze aardbol verder helpt is maar de vraag. Het vraagt simpelweg te grote offers. Financieel gezien of door het moeten inleveren van vrijheden. De tegenreactie kan heftig zijn, zoals de reactie van de gele hesjes in Frankrijk op de stijging van de benzineprijs liet zien. De meeste politici lopen er daarom voor weg, want het is politieke zelfmoord. Ik vrees dat we nog vaak de straat op moeten. Het wordt een lange hete zomer. Wat zeg ik, het wordt een lange hete eeuw.