Ach Europa…

Deze week viel hij op de deurmat. De oproep voor het referendum over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Soms lees je er iets over. Zoals het interview met Herman van Rompuy, oud voorzitter van de Europese Raad in Trouw. ‘Stem voor het verdrag’, zei hij. Het verdrag gaat volgens hem niet alleen over handel maar over waarden. ‘Als je Oekraïne loslaat, en het wordt weer zoals het was vóór de Maidan-opstand in 2013, dan zijn de 130 demonstranten die toen stierven tijdens demonstraties vóór het verdrag voor niks gestorven.’ Het verdrag biedt de Oekraïners meer kans zich democratisch te ontwikkelen en handel te bedrijven met Europa. Zonder garanties dat Oekraïne lid van de EU wordt. Klinkt goed, dacht ik.

Daarna las ik in nrc.next een artikel over de grootste kippenfabriek van Oekraïne. In Europa hebben we zo’n grote fabriek nog niet. Hier worden bijna net zoveel kippen gefokt en geslacht als in heel Nederland. Dat gebeurt niet volgens de normen voor diervriendelijkheid die in Europa gelden. En al helemaal niet aan de Nederlandse normen, die nog strenger zijn. Als het associatieverdrag er komt, zal de Nederlandse markt volgens onze pluimveesector overspoeld worden met niet diervriendelijk gefokte Oekraïense gigastalkippen. Klinkt niet goed, dacht ik.

Minder minder minder. Minder Europa, is de achterliggende gedachte van Burger comité-EU, de initiatiefnemer van dit referendum. Begrijpelijk ook nog, want waar, wanneer en hoe hebben we op ons continent met elkaar gedeeld wat het belang is van een Europese Unie? En hoe is de macht georganiseerd binnen de EU? Geert Mak, schrijver van het boek In Europa, noemt het een weeffout bij het ontstaan van de Unie. We hebben verzuimd goed af te spreken wie waar wat over te zeggen heeft. Alsof je met 28 man a la carte uit gaat eten, vooraf niets afspreekt maar achteraf iedereen apart wil afrekenen.

En daar hebben we nu last van. Of het nu gaat om migratiestromen, veiligheid, economie, duurzaamheid of dierenwelzijn, er is geen rode draad in te ontdekken. De overeenkomst over de vluchtelingenaanpak tussen de EU en Turkije wordt gepresenteerd als een ‘game-changer’. Nog los van de benaming – vanuit wiens standpunt hebben we het hier over een spelletje? – is het incidentenpolitiek. In de Tegenlicht uitzending van 13 maart over verduurzaming van energiebronnen komt een Chinese hoogleraar aan het woord. Lachend vertelt hij hoe China door een lange termijnvisie haar energiebeleid met enorme sprongen verduurzaamt, terwijl Europa verder achterop raakt. Verstrikt geraakt in – nationale – debatten en zonder visie.

In roerige tijden terugverlangen naar een overzichtelijke wereld van vroeger is een gegeven. Het zal niet meer verdwijnen en populistische politici maken daar gebruik van en zullen dat blijven doen. Maar ik zou – met Mak – zo graag politieke leiders zien die de ons omringende wereld durven te duiden. Dat ze richting geven en ook de onzekerheden durven te benoemen. Ik heb behoefte aan leiders die laten zien dat grenzen dicht, fossiele energie, de gulden, een Brexit en een Grexit 19e eeuwse oplossingen voor 21ste eeuwse problemen zijn.

Over het associatieverdrag, waar onze volksvertegenwoordigers al in 2015 voor gestemd hebben, zijn onze leiders angstvallig stil. Dat doet me het ergste vrezen voor de echt grote issues die nu spelen of nog gaan komen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *