Op 11 november 2018 is het precies 100 jaar geleden dat de eerste wereldoorlog beëindigd werd. Ons land was destijds neutraal en ontsnapte de dans, onze eveneens neutrale zuiderburen echter niet. In het najaar van 1914 vluchtten één miljoen Belgen naar Nederland om aan het oorlogsgeweld te ontsnappen. Je kunt het met terugwerkende kracht een tsunami van vluchtelingen noemen: in de eerste oorlogsmaanden was één op de tien mensen in ons land een Belg. Veel Belgen keerden het eerste jaar weer huiswaarts; ruim honderdduizend Belgen bleven gedurende de oorlogsjaren in Nederland.
We zijn honderd jaar verder, maar wie weet er nu nog dat we toen zo ruimhartig mensen in nood opvingen? Ik wist het ook niet tot ik op een monument voor de Belgische vluchtelingen stuitte op de Ginkelse heide bij Ede. De eerste wereldoorlog kostte meer dan 17 miljoen mensenlevens, deed Europese staatsgrenzen oprekken of inkrimpen en werd zo een kruitvat dat 20 jaar later de tweede wereldoorlog deed ontvlammen.
Deze oorlog was relevant voor mij vanwege de onuitwisbare indruk die de roman ‘Im westen nichts neues’ op mij op jonge leeftijd heeft gemaakt. Ik kocht het boek van Erich Maria Remarque, een Duits exemplaar uit 1929, op een rommelmarkt.
Het boek was een kassucces in 1928, het jaar waarin het verscheen. Het vertelt het onopgeschmückte verhaal van enkele Duitse jongens die vol dromen de eerste wereldoorlog in gingen en gedurende de strijd heel wat illusies armer worden of sterven. Mijn boek overleefde de boekverbrandingen in nazi-Duitsland. Het werd in die tijd als anti-Duits en pacifistisch bestempeld en verboden. Het boek bracht mij naar de anti kernwapendemonstraties in Amsterdam en Bonn.
Nog altijd intrigeert de geschiedenis van de waanzin van dit soort oorlogen me in hoge mate. Wat veroorzaakte de merkwaardige euforie aan het begin van de oorlog, die Paustovski bij de Russen, Celine bij de Fransen en Remarque bij de Duitsers zo treffend beschreven? In wat voor drama het ontaarde, lees je in het boek van Remarque. Maar hoor je ook terug in ‘A dream turns sour’, een album uitgebracht door the Tiger Lillies naar aanleiding van de honderdste verjaardag van het begin van de oorlog. Gedichten van Engelse en Canadese soldaten zijn vereeuwigd in songteksten. De makers ervan stierven op de slagvelden van Ieper en Verdun.
Op de elfde dag van de elfde maand kom ik thuis van een wandeling bij Nunspeet. Ook hier zijn Belgische vluchtelingen destijds opgevangen lees ik op Internet. Op tv moet ik eerst langs tien kanalen zappen voor ik een zender vindt die aandacht besteedt aan de herdenking. Het is het Vlaamse Één, waar de kunstenaar Luc (Kamagurka) Zeebroek met zijn bomma herinneringen ophaalt over zijn bompa en de oorlog. Maar de uitsmijter komt vanavond op BBC2 met de documentaire: They shall not grow old‘. Deze documentaire van Peter Jackson, regisseur van onder andere The lord of the rings, bevat oude archiefbeelden die digitaal zijn ingekleurd en van hun schokkerigheid zijn ontdaan. Met behulp van liplezers en acteurs zijn krijgen de anonieme soldaten niet alleen meer een gezicht maar zelfs een stem. De eerste wereldoorlog was nog nooit zo dichtbij.
Putain putain c`est
vachement bien
nous sommes quand même
tous des européens
(Arno, 1983)