We stapten bij ons hotel in Bangkok in de rode taxi. Vrouw, zoon, dochter en ik. Ik nam voorin plaats. You drive? vroeg de taxichauffeur en hij klikte in een beweging het stuur los, deed of hij het aan mij gaf en klikte m weer vast. Zijn dashboard oogde door alle extra accessoires als een cockpit. Onder een hoesje naast het racestuur kwam een laptop tevoorschijn. I like driving and listening to good music, legde hij uit. You like music? Ik kon moeilijk ontkennen. Een moddervette R&B beat rolde van verschillende kanten uit de speakers. You like disco? Nog voor ik kon antwoorden was de cabine veranderd in een nachtclub met rode leds en tubelights. De stemming kwam er goed in. Zoon en dochter wisten de transformatie goed te waarderen. You like fast driving? Antwoord geven had al geen zin meer. Op de rechte stukken werden we dieper in de roodleren bekleding gedrukt. We stoppen voor een rood verkeerslicht. Nog 60 seconden geeft de teller naast het stoplicht aan. De bassen doen de auto trillen. Plotseling staat het meisje met de bloemen naast me. Ze zal negen, hooguit tien jaar zijn. Ze kijkt me aan en staart terloops naar de videoclip op de laptop. Flo-Rida is een feestje aan het bouwen. Het is koel in de auto. Buiten is het donker en het regent. Het is 33 graden. Als versteend zitten we in onze stoelen. De timer geeft aan dat het licht over 20 seconden groen wordt. Het meisje is plotseling verdwenen. Dan verschijnt ze opnieuw, nu voor het raam bij mijn dochter. Tranen en regendruppels trekken sporen op haar gezicht. Bij 1 aangekomen ronkt de uitlaat door de muziek heen. We trekken op. Als ik omkijk staat ze midden op de weg, tussen het optrekkende verkeer. Onze slumdog girl.