“Als je een uur gelukkig wilt zijn, neem een fles wijn. Als je 20 jaar gelukkig wil zijn, neem een vriendin. En als je een heel leven gelukkig wil zijn, zorg dan dat je een tuin hebt.”
Deze Chinese wijsheid bracht een vriend van mij ter sprake, toen ik hem over de telefoon vertelde dat ik sinds kort een moestuin heb. Ik vermoedde dat hij net zíjn uurtje geluk achter de rug had.
Mijn ongelukkigste jaar tot op heden was inderdaad het jaar dat ik niet over een dak boven mijn hoofd mèt een tuin beschikte. En vandaag is de verjaardag van mijn eerste date. Een date heette toen gewoon afspraakje. Het is geen 20 maar zelfs 28 jaar geleden en verdomd, met hetzelfde meisje ben ik nu nog!
Op de platenspeler (nog zoiets uit de oudheid) ligt de lp “Heaven up here” van het jaren-80-bandje ‘Echo and the Bunnymen’. Zij waren de muzikale omlijsting van ons eerste afspraakje op een broeierige hemelvaartsdag in 1981. We waren zeventien. De muziek vult langzaam de gaten in mijn herinnering. De grote vraag toen was of ze kwam opdagen. De band speelde in een jongerencentrum 30 km verderop. Zij zou vervoer regelen met haar buurmeisje. Ik had een vriend van mijn broer kunnen strikken, ook met rijbewijs en een auto. Naar haar thuis bellen was ondenkbaar, mobiel bellen eveneens.
Ze verscheen. Wat droeg ze toen? Vast iets met roze, of paars, of heel veel kleuren. Apart in ieder geval. En een haarband misschien, in die prachtige bos bruine krullen? Ik weet het niet meer. Wel weet ik dat Echo & the Bunnnymen op dat moment degradeerden tot nauwelijks hoorbare, alleen voelbare bassen die door de nog warme buitenmuur dreunden. Maar de smaak van haar! Als een hap van een warme, net geplukte, rijpe aardbei. Wat zeg ik: een heel aardbeienbed! Tot ver na de toegift moeten we daar buiten tegen elkaar aan geplakt hebben gestaan, totdat onze boze chauffeurs ons vonden…
Heaven up here is halverwege als de muziek plotseling eindigt.
Mijn vriendin heeft het geluid uitgezet. “Ik zet de muziek even af, Chris. Wil jij een toetje? Wat een koleremuziek trouwens. En wat zit je daar te grijnzen?”