Het moet in een gecombineerde vlaag van verstandsverbijstering en zelfoverschatting geweest zijn dat ik me aanmeldde voor de cursus bijen houden. Het leek logisch. Ik heb een moestuin, de bij heeft het zwaar en zonder de bij gaan we dood. In de slow food- en stadstuinenbubbel gonst het bijen houden als ‘the next step.’ Ik tuinde er in.
Rond de imkerij hangt het imago van nurkse oude mannen die niets beter te doen hebben dan de blessuretijd van hun leven opvullen met afleggers, zwermen en bultbroed. Het beeld klopt. Vergeet het gemier over dat de bijen uitsterven door pesticiden. De bij sterft uit omdat de nurkse oude man verdwijnt. De jeugdige overmoed van hippe stadsboeren zal de komende tijd leiden tot een bijengenocide die we nog niet eerder gekend hebben.
Bijen houden is een andere taal leren. Bijen houden betekent een schuur timmeren en gereedschappen bestellen waarvan je het bestaan niet eens kende. Slimmerds combineren hobby’s, door bijvoorbeeld de transformator van de modelspoorbaan te gebruiken voor het insmelten van raten. Gebruik geen deodorant of after shave in de buurt van bijen. Vermijd alcohol en draag geen horloge of donkere kleren. Natuurlijk weet je wat Amerikaans vuilbroed en de verdwijnziekte is en hoe je deze nare ziektes met oxaalzuur of de darrenraatmethode kunt bestrijden. Maak kennis met de wasmot, de varroamijt, de muis, de merel en de bruine beer en weet hoe je je volk daartegen kunt beschermen. Hou de boel schoon en ontsmet met behulp een gasbrander, vriezer, soda- en ijsazijnoplossingen. Bereid je voor op niet één, maar meerdere bijensteken en de mogelijke afweerreacties hierop. Zorg dat de mensen in de buurt van je kasten geïnformeerd zijn.
Ik slaagde met de hakken over de sloot voor mijn theorie-examen. De eerste praktijkles – de voorjaarsinspectie van de kasten – zit er op. Voorzichtig liet ik in mijn klasje vallen dat ik misschien nog een jaartje of tien wacht met mijn volkje. ‘Och wel nee, joh, als je eenmaal begint wil je niet meer anders,’ zei een van de veteranen. Om vervolgens breed uit te wijden over hoe een collega-imker op de vlucht sloeg voor zijn eigen bijenvolk van het doorgaans vriendelijke Buckfast ras.
De pr voor de imkerij verslaat glansrijk de voorlichting over de gezondheidseffecten van roken als het om het afschrikeffect gaat. Bij mij werkt het, maar te laat: de foto’s van mensen in pakken die aan asbestverwijdering doen denken. De kilo’s documentatie over wat er allemaal mis kan gaan. De gortdroge lezingen. Het enthousiasme spat er bij de mannen niet direct vanaf, het zit diep verstopt. ‘Ik houd helemaal niet van honing’, zie onze leraar met zijn ruim vijftig jaar ervaring, ergens na de vierde lezing.
Lieve slowfoodies, foodbloggers, wereldverbeteraars en stadsboeren met de ambitie om bijen te houden: herken je in jezelf de nurkse oude man? Als het antwoord ja is, schuilt er gegarandeerd een geboren imker in je!