Alsof het beestje het parcours van het Francochamps aflegt, maar dan drie dimensioneel in de lucht. Deze vleermuis lijkt de enige te zijn die nog niet zijn holle boom heeft opgezocht, op deze vroege ochtend. Als hij op een paar meter afstand telkens voorbijscheert, hoor ik zijn vleugels elkaar licht aantikken.
Ruim een uur daarvoor bedacht ik wat voor een idioot ik ben, om op zondag de wekker op vijf uur te zetten om daarna het bos in te gaan. Maar nu laat ik me met een andere dwaas weer betoveren door de magie van de ontwakende natuur. Mist maakt van het naaldbos een mysterieuze huiskamer die de bomen verderop in een grijs behang hult. Ergens roffelt een specht op een stam. Een kraai vliegt luid krassend over. Iets later geeft de optrekkende nevel de struikhei langzaam zijn paarse kleur terug.
Eerder schreef ik dat er een paar dingen zijn die een mens troost kunnen bieden in moeilijke tijden. Van Chet Baker en het hebben van een paar goede vrienden wist ik dat. Dat natuur ook een helend effect heeft is een betrekkelijk nieuw inzicht. Mijn moestuin heeft daar zeker aan bijgedragen, net als zeezeilen.
Het aardige is: je hoeft geen bomen te omarmen om de troostende werking van de natuur te ervaren. Neem die natuur wel op de iets minder gebruikelijke momenten tot je. Juist bij het breken van de dag. Of midden in de nacht. In je tuin, een park, op de hei of de oceaan. En niet alleen bij een zonnetje, maar onder alle weeersomstandigheden. Voeg een scheutje zielepijn toe en laat het even rustig inwerken. Merk dan dat, bij wat er ook in je hoofd rondgaat, koeien en hun kalfjes rustig doorgaan met herkauwen, dolfijnen blijven spelen voor de boeg van je boot, koolmezen onverstoorbaar zonnebloempitten pikken van je balkon en luchten betrekken en weer openbreken.
Een paar dagen later sta ik op het achterdek van het zeilschip de Anna Margaretha, onderweg naar Lissabon. Voor de Normandische kust komt recht achter ons de zon op. Hij kleurt de hiervoor nog nachtelijke hemel boven het Kanaal roze en paars, voordat hij ons in een gouden gloed zet. De dagwacht lost de nachtwacht af. We zetten zeil bij en nemen het in als de wind er om vraagt. We bewegen mee met het ritme van de zee. Het maakt dat wat ik onrustig slaap en zonet een aardige schuiver in de toiletruimte maakte. Maar wie een beetje oplet en zich overgeeft aan deze vreemde krachten, wiegt heen en weer als een foetus in het vruchtwater van moede Aarde.