Hoe ideaal kun je je de wereld voorstellen? Je ligt in een wiegje en je hoort een speeldoos het begin van een liedje inzetten. Dan volgt een mannenstem die zingt. ‘My ideal’. Niet zomaar een mannenstem. Een fluwelen stem. Als de zang stopt, neemt een trompet de melodie over. Geen harde of schelle klanken, maar opnieuw een zijdezacht, bijna fluisterend spel. Op de achtergrond speelt het speeldoosje – of is het een xylofoon – zachtjes door. Dit is de wereld waar je in terecht wil komen, als baby. Een ideale wereld.
Chet Baker (1929-1988) zingt hier. En speelt trompet. Maar zo ideaal is de wereld meestal niet. Integendeel. Dan is het prettig als Chet in de buurt is. Met liedjes als ‘The thrill is gone,’ ‘I get along without you very well’ en ‘You don’t know what love is’ zet hij de wereld voor jou in een ander, aangenamer perspectief. Zoals alleen een echte vriend of een spectaculaire zonsondergang dat kan.
Chet’s helende werking komt niet voort uit een talent voor schrijven; zijn kracht zat in het kiezen van de juiste liedjes en de vertolking er van. Hij was een van de grote minimalisten in de jazz. Een stijlicoon ook, de James Dean van de jazz. Hierdoor, en door de media-aandacht die hij in de jaren vijftig kreeg, werd hij verguisd door veel van zijn collega’s. Hij was gedurende zijn hele werkzame leven heroine-verslaafd. In zijn laatste levensjaren werd hij steeds beperkter in zijn zang- en speelvermogen. Maar met die beperking won zijn werk aan overtuigingskracht.
Mijn kennismaking met jazz en mijn verslaving aan Chet begon in mijn studententijd. Via een compilatiebandje van een vriend met bekend en minder bekend werk van uiteenlopende artiesten. ‘So many tears ‘heette het. Al weet ik niet meer welk nummer Baker speelde, vermoedelijk ‘My funny Valentine’. Het cassettebandje is letterlijk stukgedraaid. Als ik het in mijn Technics cassettedeck plaatste, was het alsof je vanuit je slaapkamer naar buiten keek en in plaats van de stapels lege flessen achter het pand van de SRV-man ineens uitkeek over een nachtelijk Manhattan.
Chet is een medicijn dat niet vaak genoeg ingenomen kan worden. Chet werkt goed bij alle vormen van verdriet en melancholie. De werkzame bestanddelen van deze Westcoast Jazz komen het best tot hun recht in de late uurtjes van warme zomeravonden. Neem Chet bij voorkeur in met een sigaret of nog iets geestverrijkenders. Pas vooral niet op met alcohol. Zet ramen en deuren wijd open of geniet op het balkon. Een beetje achtergrondgeluid is geen bezwaar. Deel Chet met vrienden. Voer de dosering op bij aanhoudende klachten.
Chet eindigde zijn leven met een mysterieuze val uit een hotelraam aan de Amsterdamse Prins Hendrikkade. Het meest tragische is misschien wel dat hij die zoveel mensen troost bracht en nog steeds brengt, nagenoeg niemand achterliet die hem als mens liefhad. Chet gaf alles voor de muziek en de dope. Een en ander is prachtig verwoord in de biografie over hem: Deep in a dream van James Gavin, 2002 en verbeeld in de documentaire Let’s get lost van Bruce Weber, 1988. En gelukkig vastgelegd in zijn fantastisch oeuvre.